Wintertenen (perniones) zijn één of meerdere plekken op de tenen die verschijnen na blootstelling aan kou. De plekken zijn vaak rood of paarsblauw van kleur en zorgen voor een branderig gevoel, jeuk en soms licht gezwollen plekken op de tenen. Wintertenen treden meestal op aan het begin van het koude seizoen maar kunnen ook opkomen als u werkt in een koude omgeving.
U kunt wintertenen herkennen aan de rode of paarsblauwe kleur. De plekken zijn vaak lichtelijk opgezwollen, kunnen jeuken en zorgen voor een branderig gevoel aan de tenen. Soms treden de symptomen op na een aantal uur, maar het kan ook enkele dagen duren voordat u de symptomen merkt. Bij hevige gevallen van wintertenen kan er blaarvorming ontstaan of ontstaan er zelfs wondjes aan de tenen.
De exacte oorzaak waardoor wintertenen ontstaan is niet helemaal duidelijk. Een normale reactie van bloedvaatjes in de huid als de temperatuur te laag of te hoog wordt is een vaatvernauwing (vasoconstrictie) die daarna wordt opgevolgd door een vaatverwijding (vasodilatatie). Bij wintertenen werkt deze beschermende reactie niet helemaal goed waardoor er door een aanhoudende vaatvernauwing te weinig zuurstof in het bloed ontstaat (hypoxemie). Hierdoor kan het zijn dat de tenen rood of paarsblauw kleuren en kunnen de pijnklachten ontstaan.
Het kan zijn dat de klachten spontaan verdwijnen, maar bij sommige mensen blijven de klachten aanhouden. Zorg ervoor dat uw voeten droog zijn en u schoenen en sokken heeft die niet knellen. Het is belangrijk dat u goed ademend schoeisel draagt en de voeten en tenen warm blijven door bijvoorbeeld thermosokken of een gevoerde schoen te dragen. U kunt uw sokken eventueel voorverwarmen. Als de tenen koud zijn warm ze dan niet versneld op door bijvoorbeeld bij een verwarming te staan, hierdoor zullen de pijnklachten bij het warm worden van de tenen verergeren. Als het weer minder koud wordt nemen de klachten vaak af. Indien de klachten blijven neem dan contact op met uw huisarts, sommige aandoeningen kunnen lijken op het beeld van wintertenen.